Onvergankelijk
Nu de avondzon in zee verdwijnt,
overpeins ik weer dat het nooit echt went.
Mijn hart weent hoewel ik zeker weet
dat je niet wezenlijk verdwenen bent.
Want vanmorgen kwam ik je nog tegen
in de glimlach van mijn spiegelbeeld.
En met de stralen van de gouden zon
heb je vandaag genoeglijk mijn haar gestreeld.
Ik kan je horen als ik het aandacht geef
in het ritselen van de bomen,
en ik ontmoet je ’s nachts ergens in het midden
van mijn allermooiste dromen.
Hoewel wij niets tastbaars meer kunnen delen,
ben je toch nog steeds zo heel dichtbij.
Jouw subtiel aanwezig zijn,
maakt een uitverkoren mens van mij.
Waar ik ook ga, ik voel jouw liefde
en geniet van die tegenwoordigheid.
Ik krijg meer aandacht dan ik durfde hopen
toen wij hier fysiek nog waren, tegelijkertijd.
© Hilda Spruit
Illustratie: Katja Kortenbroek
Als ik dood ben
Als ik dood ben
zet dan geen bloemen
op mijn graf
maar in je huis
en verzorg ze
met grote aandacht
want ik ben niet daar
nee, ik ben thuis.
Pleng geen wrange tranen,
ween geen groot verdriet,
want ik ben altijd aan je zijde
ook al zie je mij dan niet.
Ik vraag je mij niet te vergeten,
dat maakt me droevig en verward,
maar blijf met liefde aan mij denken
en bewaar me in je hart.
© Hilda Spruit